Een vakantie herinnering

Het was in de tijd dat motorrijders nog geen notoire spadrinkers en niet-rokers waren. Ik werkte toen bij een bedrijf dat onder meer -persluchtflessen voor brandweer en duikers keurde. Eén van onze klanten had een motorzaak en een duikclub. Een flink deel van de klandizie bestond dan ook uit motorrijdende duikers. Ik reed motor. Ik dook ook. En was mijn eigen Harley aan het maken. Ik was heel blij met zo’n relatie.
DE MOTORFIETSEN WAREN HARLEYS
De motorrijders M/V hadden nogal wat horeca en andere losse ondergronden. Maar er zaten ook een advocaat – altijd handig: een advocaat is zo’n club onbevangen vrijdenkers – en een registeraccountant bij. Die accountant was overigens wel getatoeëerd. En had doorgaans een doorgeladen pistool in zijn broekband. Accountants hebben blijkbaar een riskante baan. Of misschien was het gewoon een imago dingetje. De duikers en motorrijders waren onbevangen van alle toen bekende genders en rassen. De motorrijdende duikers waren een doorsnee van alles waar potentiële schoonouders erg nerveus van zouden worden. De sfeer was onvoorstelbaar gerelaxt. Huidige braafdenkers zouden zeggen: “semi crimineel’’. Er was altijd bier. En vaak wat te roken. Er waren vaak roti’s. De sluitingstijden waren uiterst flexibel.
EEN GRAATMAGERE JONGEMAN TIKTE 42.500 GULDENS CASH AF OM ZIJN MOTOR TE BETALEN
Dat was iets waar iedereen dikke pret om had: Want: “Hij heeft een uitkering!” Dat had ik natuurlijk al aan zijn Chevrolet V8 Camaro met Antilliaans glas en op dubbelbrede velgen kunnen zien. Op een gegeven moment stond er een shotgun achter de balie. Er was onenigheid geweest met een klant. Die had gezegd terug te komen. En een dubbelloops gewaarschuwd man telt voor twee. De belastingdienst stuurde een ambtenaar om eens wat boeken na te kijken. De man verliet bijna in tranen het pand. Het was zijn eerste werkbezoek na een zenuwinstorting. Hij kon zo weer terug onder de spanlakens. Terwijl hij toch uiterst vriendelijk was ontvangen. In verband met onze jongste lezertjes geven we verder geen details. Er werden 750- en 1200 cc zijkleppers gerestaureerd en technisch daadwerkelijk verbeterd. Want het was niet zo’n bedrijf waar alleen maar glimmende dingen en ‘loud pipes’ werden gemonteerd. Onder alle baldadigheid zat serieus vakmanschap, ook onder de duikers. Maar de insteek was: “Als je hard werkt, dan moet je ook hard feesten.”
BIJ HET BEDRIJF WAAR IK WERKTE HADDEN WE EEN NIEUWE VRACHTWAGENCHAUFFEUR
Een volstrekt onschuldige jongeling van zwaar gereformeerde huize. Hij was mogelijk door zijn achtergrond seksueel vrij geobsedeerd. Hij reed een Zündapp KS 100, maar droomde over Harleys, tattoos en de onverdeelde aandacht van de mooiste biker babes. Bij zijn eerste levering aan de duikclub/motorzaak trof hij in de werkplaats het normale stelletje ongeregeld, inclusief een vaste klant, een lid van wat we tegenwoordig een motorbende zouden noemen en zijn meer dan uitbundig geboetseerde vriendin. De door de wol geverfde biker schatte de onschuld van onze chauffeur correct in en vroeg: “Wil je koffie of wil je neuken?“ Onze chauffeur verliet zonder de persluchtflessen af te laten tekenen verbijsterd het pand en vraagt zich waarschijnlijk tot op de dag van vandaag af wat er zou zijn gebeurd als hij de keuze van zijn dromen gemaakt zou hebben.
TIJDEN ZIJN VERANDERD
Het was allemaal wat aan de wilde kant. Maar toen we tijdens een gecombineerde motorfiets/duikvakantie in het buitenland van alles werden beroofd, deden deze kwajongens en meisjes het toch een stuk beter dan de Nederlandse consul. We hadden niets meer. Op het consulaat konden we een fax naar Nederland versturen om geld en nooddocumentatie te regelen. Het versturen van die fax kostte twaalf gulden vijftig. Maar we hadden geen geld. Dus kon er geen fax gestuurd worden waarmee we geld konden vragen. Duidelijk. In die tijd had ik nog wat anger issues en ik besloot het consulaat te verlaten. Buiten wachtte de Duitse uitbater van de duikbasis plus een medereiziger die uit nieuwsgierigheid was mee gegaan. Ze hadden de bui al zien hangen. “De Nederlandse overheid laat zijn mensen altijd in de stront zakken.”
A BROTHERHOOD OF OUTLAWS
Eenmaal terug op de duikbasis legden de reisgenoten die we hoogstens oppervlakkig kenden op goed vertrouwen geld op tafel. De duikbasis baas nam een snuif motivatiepoeder en meldde dat hij alle papieren zou regelen. Hij had zijn connecties bezwoer hij met fonkelende ogen. We beëindigden de vakantie met meer geld dan waar we mee begonnen waren en met een hele stapel afgestempelde officiële papieren die de afwezigheid van onze paspoorten en rijbewijzen verklaarde. Duitse papieren. Plus een telefoonnummer dat we moesten bellen als we onderweg problemen zouden krijgen. We waren zo onder de indruk dat het ons niet verbaasd zou hebben als Onze Lieve Heer in dat geval zelf de telefoon had opgenomen. Want we kenden de T shirts met de opdruk ‘Jezus is a biker’.

Het waren toen best gezellige tijden. Maar mijn Harley heb ik verkocht toen we eigen geld voor een huis nodig hadden.
By Dolf Peeters | 10 mei, 2020