By
Zijkleppers zijn meer dan gedateerd. En in de motorwereld gaat het over vermogen, vermogen en meer vermogen. Dat is een vrij zinloos traject met al die bermkassa’s en het huidige verkeersaanbod. Vaak is minder namelijk meer. En domweg hard rijden, dat kun je een aap leren. Minder vermogen, meer overzichtelijke pret en een minimum aan bijna dood ervaringen. En daarom zijn zijkleppers – geen zeikkleppers, want dat is flauw – zo leuk.
ZIJKLEPPERS ZIJN LIEF
Zelfs de meest beperkt denkende groenfundamentalisten zijn vertederd door de sonore brom van zijkleppers. Het gebrek aan compressie en de ‘tamme’ nokkenastiming maakt de ’flat heads’ tot heel beschaafd – of in elk geval niet bedreigend – klinkende machines. Maar er blijft altijd wel wat te nuilen. Ik werd net na HM 117 helemaal verrot gescholden door een naturel flets ogende blondine omdat mijn 75 jaar jonge Russische zijklepper een vervaagde hamer en sikkel op de flank van de zijspanbak had. Die zag ze wel. Maar ze had geen oog voor de techniek.
Zijkleppers zijn werkpaarden. Gelukkig is dit exemplaar verwend met een warm dekentje en zonder zadel
BASIC TECHNIEK
Zijkleppers zijn technisch simpel en weinig effectief. Ze zetten met een minimum aan technologie brandstof voornamelijk om in hitte. Het concept is thermisch structureel gehandicapt. De laag gecomprimeerde blokken (denk aan 1 op 5, 1 op 6) lopen daarbij op zowat alles als het maar niet uit een sloot komt. Probeer overigens eens wat te spelen met het ontstekingstijdstip. Het accijnssap dat tegenwoordig voor benzine moet doorgaan heeft een heel ander ontbrandingskarakter dan dat van ouderwetse benzine.
HET IS GEWOON LEUK RIJDEN
Met de juiste insteek is zo’n tevreden brommende zijklepper een heel prettige en betrouwbare reisgenoot voor mensen die een kilometertje of tachtig per uur een aangename rijsnelheid vinden. Let er daarbij wel op dat het smeersysteem op dat soort oude werkpaarden niet erg houdt van langdurige ‘hoge’ snelheden. In hun tijd waren er nog geen asfaltwegen of lange rechte snelwegen. Wissel dus regelmatig van toerental en zorg er bij werken aan het blok voor dat er ten eerste een verse oliepomp inkomt.
DE GOEDKOOPSTE BENZINE, DE GOEDKOOPSTE OLIE
Smering technisch is elke huidige olie beter dan de olie van toen. Zolang hij maar niet dun is. De functie van olie was vroeger: smeren, koelen en afdichten. Bij zijkleppers is dat koelen nooit tot grote hoogtes gekomen. Maar de productietoleranties waren ‘vroeger’ beduidend ruimer dan dat ze nu zijn. En er zijn al veel zijkleppers stukgegaan nadat ze in een modern revisiebedrijf naar de stand van de huidige techniek van te krappe toleranties voor ‘toen’ in elkaar zijn gezet. Soms is ‘beter’ gewoon ‘te goed’.
OLIEGEBRUIK MAG
Een goed zijklepperblok mag best olie gebruiken – ik maak me geen zorgen zolang het maar onder een liter per 800 km blijft – en het is geen fout idee om de olie zo om de 2000 km te verversen. Want bij een blok dat het zonder enige vorm van oliefiltering moet doen wil je de viezigheid er gewoon uit hebben voordat hij schade kan doen.
De Harley en BSA zijkleppers en intussen de Russische zijkleppers zijn inmiddels aardig bekend. Maar er waren voor WOII heel veel motorfabrikanten die deze constructie toepasten. Het is dus een heel gedateerd systeem en omdat zijkleppers zo gedateerd zijn en ze geen macho racemachines zijn, vallen de prijzen doorgaans mee. Behalve van de oude Harleys dus. Op een nieuwe Harley moet je na aanschaf serieus afschrijven. Maar de prijzen van de zijkleppers stijgen rustig door, waarbij de 1200 cc exemplaren nog eens veel duurder zijn dan de 750 cc machines.
Het meisje op de foto, daar weten we verder niets van. De boxer op de uitgelichte afbeelding is een laat KMZ 750 blok dat nieuw werd opgegeven voor 23 pk. Dat 23 pk blok gaat de komende winter het voor 36 pk opgegeven 650 cc kopklepblok uit een 1991’er Ural vervangen.
.